Latest post of the previous page:
Pien wrote: ↑Mon Feb 06, 2023 4:24 pmDat klopt Willemijn wat je schrijft over dyslexie. Ik kon heel goed verhalen en opstellen schrijven. Maar wel met fouten (eu, ou, ui, enz. Vreselijk).
De Fransen maken veèl fouten. Onlangs schreef ik toen de voetballers verloren hadden" dommage les blues ont perdu". Toen kreeg ik van Yves onze taalvirtuoos terug:" les bleus ont "the blues" maintenant ". Hopelijk heb ik het goed gedaan.
Ik moest het deepl laten vertalen om te lezen dat de ene keer het de blauwen waren en de tweede keer de blues. En dat dus de blauwen de blues ervoeren.
Ik was zo verdrietig dat dit me weer overkwam in de groep en ook dat ik het verschil dus niet zag. In het Frans heb ik veel dyslextische fouten en ik gooi vrijwel alles in deepl als ik ga schrijven.
Voor mensen met dyslexie is een vreemde taal gewoon een ramp. Een vertaal-app of-site gebruiken we allemaal wel. Ik vind het enorm knap dat jij je zo goed redt in het Frans. Dat doe ik je niet na met al mijn zogenaamde taalgevoel.Als ik een stuk in het Frans of Engels wil lezen gooi ik er gemakzuchtig ook Google Translate overheen. Maar dan zie je ook waar het fout gaat. Wat ik nooit gebruik is een spellingscorrectie op mijn telefoon of zo, daar stoor ik me aan. Ik lees wel vaak alles nog even na voor ik het verstuur en als ik twijfel zoek ik de juiste spelling gewoon zelf even op.
Spelfouten vind ik helemaal niet erg. Onze spelling is ingewikkeld en vaak onlogisch weet ik als juf als geen ander. Maar ik kan me wel storen aan zinnen als: Ik ga is naar mijn moeder, of: ik ga na de bakker. In schrijftaal dus. Dat zijn m.i. onnodige fouten, gemakzuchtig. De dt- regel,www spelling dus, is overigens, weet ik vanuit dezelfde ervaring als juf, goed aan te leren. In ww spelling maakten mijn groepen 8 echt nauwelijks meer fouten. Maar ik begon elke dag dan ook met het vervoegen van 10 werkwoorden, net zolang tot het erin gestampt zat, hahah. Dat is uit te leggen. Maar dat geldt niet voor de gewone spelling. Kaars-kaarsen, maar laars-laarzen?
Ken je deze "klassieker"?:
Het meervoud van slot is sloten.
Maar toch is het meervoud van pot geen poten.
Evenzo zegt men altijd: één vat en twee vaten,
maar zal men zeggen: één kat en twee katen?
Wie gisteren ging vliegen zegt heden: ik vloog.
Dus zegt u misschien van wiegen, ik woog.
Nee, pardon. Want ik woog is afkomstig van wegen.
Maar is nu ik voog een vervoeging van vegen?
En dan het woord zoeken vervoegt men ik zocht,
dus hoort bij vloeken misschien ook: ik vlocht?
Alweer mis, want dit is afkomstig van vlechten,
maar ik hocht is geen juiste vervoeging van hechten.
Bij roepen hoort riep, bij snoepen geen sniep,
bij lopen hoort liep,
maar bij kopen geen kiep.
En evenmin hoort bij slopen ik sliep.
Want dit is afkomstig van ’t schone woord slapen.
Maar zeg nu weer niet: ik riep bij ’t woord rapen,
want dit komt van roepen en u ziet terstond:
zo draaien we vrolijk in ’t kringetje rond.
Van raden komt ried, maar van baden geen bied,
dit komt van bieden (ik hoop dat u ’t ziet).
Ook komt hiervan: bood, maar van wieden géén wood.
U ziet: de verwarring is akelig groot.
Nog talloos veel voorbeelden kan ik u geven.
Want gaf hoort bij geven, maar laf niet bij leven.
Men spreekt van: wij drinken, wij hebben gedronken,
maar niet van: wij hinken, wij hebben gehonken.
’t Is: ik weet en ik wist,
maar schrijft u nu niet bij vergeten: vergist.
Dat is een vergissing! Ja moeilijk is ‘t!
Het volgende geval is bijna te bont!
Bij slaan hoort: ik sloeg, niet ik sling of ik slond.
Bij gaan hoort: ik ging, niet ik gong of ik gond.
En noemt men een mannetjesrat soms een rater?
Nee, dat gaat alleen bij een kat en een kater.
Zo heeft het Nederlands verschillende kwalen.
Niettemin is en blijft het dé taal der talen.